Dit ferhaal is der ek yn in Fryske fersje.

Sjoelen!

Een brede plank met opstaande randen, op het einde een dwarsschot met 4 rechthoekige gaten en 30 schijven van beukenhout. Dat zijn de attributen van het sjoelspel. De plank verblijft meest op zolder of ergens achter in een kast, en wordt pas tevoorschijn gehaald als het jaar bijna om is. Waarom dán? Daarover kan ik alleen maar speculeren. Misschien hebben er plannen voor een spelletje sjoelen bestaan gedurende het jaar, maar is het er gewoon niet van gekomen. Teveel moeite, dat gesleep van zolder, of die kast leegruimen.

Of het heeft met de feestdagen te maken, beetje zwaar getafeld, veel tijd om te verspillen, alles wel zo'n beetje gezegd, dan is er behoefte aan een activiteit die niet te veel op hoofd en lichaam aankomt. Sjoelen is ideaal, schijven op het bord en schuiven maar! En iedereen kan het even goed, want je kunt wel menen dat de schijven door jouw trefzekerheid in de gleuven verdwijnen, maar in werkelijkheid is het puur geluk!

Hoe kom ik zo op dat sjoelen? Bij mijn onderzoek naar de inwoners van Veenwouden en Veenwoudsterwal kwam ik in de Leewarder Courant bijstaande advertentie tegen. Over een sjoel partij gehouden op 22 september 1878. Lijkt niet erg bijzonder, maar is het wel. Dit is namenlijk de enige sjoel advertentie die in de negentiende eeuw in de Leeuwarder Courant staat. En er is een fikse prijs te winnen, in die tijd is 7.50 voor een arbeider bijna een weekloon, in koopkracht omgerekend naar deze tijd zowat tweehonderd euro.

Omdat dit de enige advertentie voor een sjoel partij is in Friesland in de hele negentiende eeuw, kunnen we met een gerust hart stellen dat Veenwouden destijds Sjoelhoofdstad van Friesland was. En de kans dat een aantal van onze voorouders er bij zijn geweest die zondag in Klein Spoorzigt lijkt mij redelijk groot.

Ik vraag mij af waar het sjoelspel vandaan komt. Naar zeggen komt het oorspronkelijk uit Engeland, waar het bekend staat onder de naam Shuffleboard. Het Engelse woord shuffle heeft dezelfde betekenis als het Friese woord sjoelen; dat slepen, schuiven of sloffen betekend. Iets bewegen over een ondergrond terwijl het daarmee steeds in kontakt blijft. Maar het Engelse spel kent een principieel onderscheid. Bij dat spel is het de bedoeling om de schijven naar een bepaalde positie op het bord te spelen. Daarbij kunnen schijven van andere spelers woden weggespeeld. Net zoals bijvoorbeeld bij Curling. Bij het Friese sjoelspel moeten de schijven door 4 gleuven aan het einde van het bord worden gemikt. Dat maakt de Friese variant uniek, want voor zover ik heb kunnen nagaan bestaat nergens anders op aarde een sjoelspel met een vergelijkbare constructie.

Aangenomen wordt dat het Friese sjoelspel in de loop van de negentiende eeuw is ontstaan. Maar wanneer precies, en wie het heeft bedacht, daar is niets over bekend. Heel goed mogelijk dus dat het sjoelen is uitgevonden in Veenwouden! Het is ook niet bekend of het Friese sjoelspel zijn vorm heeft behouden, of dat het door de jaren naar een andere vorm is geevolueerd. We kunnen aannemen dat het sjoelspel in Spoorzigt zowat hetzelfde is als het ons vertrouwde spel, maar het kan er ook heel anders hebben uitgezien.

De constructie van het spel is bepalend voor de manier van spelen. Bij het Engelse Shuffleboard komt het behalve op trefzekerheid ook aan op de dynamiek van de schuifbeweging. Te hard of te zacht betekend dat de schijf niet op de gewenste positie land. Dat laatste is bij het Friese sjoelen veel minder belangrijk. Daarmee lijkt de Friese variant geschikter voor mensen met een iewat minder ontwikkelde fijne motoriek.

Er bestaat ook een psychologisch onderscheid. Bij het Engelse shuffleboard kan winst snel omslaan in verlies als de tegenstander jouw schijf van het bord speelt. Bij de Friese versie kan pas na 3 beurten spelen en optellen van punten de winnaar worden bepaald. Frustratie onstaat bij het Friese spel vooral als de poortenbalk verstopt is door een hoop ervoorliggende schijven. Dit zet de speler aan om steeds harder, agressiever, te gaan schuiven. Het spel wordt dan een strijd tegen jezelf, in plaats van tegen de tegenstander.

Eerder heb ik beweerd dat Sjoelen een geluksspel is, en niet een behendigheidsspel. Dat is niet helemaal waar. De kans echter dan iemand een sjoelschijf van 52 millimeter op een afstand van anderhalve meter door een poort van 60 millimeter schuift is erg klein. De marge bij de poort is 8 millimeter. Dat betekent dat de hoekmarge op het moment dat de speler de schijf loslaat slechts 0.3 graden is! Dat is een kleinere marge dan nodig is voor het scoren van een triple-20 bij darts! Evenwel heeft de betere speler met 30 schijven statistisch gezien uiteraard meer kans om punten te scoren dan een mindere speler.

Om eerlijk te zijn, ik ben zelf niet een echte liefhebber van het sjoelspel. Niettemin heeft dit verhaal mij geïnspireerd om een virtueel sjoelspel te maken. Klik daarvoor op de afbeelding hieronder.

De spelregels vindt je bij de Algemene Nederlandse Sjoelbond, de ANS.